- Algemeen
- Dag tot dag
- Data en prijzen
- Inclusief
- Exclusief
- Foto's
Mongolië is 50x zo groot als Nederland en er wonen misschien 4 miljoen mensen, waarvan meer dan 1 miljoen in Ulaan Baatar. Het is praktisch een leeg land met een gevarieerde en ongerepte schoonheid van de natuur. Van de bergen met taiga in het noorden tot aan de zandduinen in de Gobi in het zuiden. We zullen hartelijke nomaden ontmoeten in hun gers mogen rondneuzen, Er zijn nauwelijks geasfalteerde wegen en daarom is reizen door Mongolië niet een zaak om te gemakkelijk over te denken. Niet geasfalteerde wegen kunnen tot modderpoelen worden, soms zijn bruggen onbetrouwbaar geworden en binnenlandse vluchtschema’s kunnen nogal eens veranderen. Het is daarom een avontuurlijke reis. Het is niet verstandig uit te gaan van een strikt volgen van de reisplanning. Het vervoer gaat met Russische jeeps (de UAZ, Bukhanka), 4 wiel aangedreven, sterk en betrouwbaar en makkelijk te repareren. De belangrijkste onderdelen van deze reis zijn: de ontmoetingen met de Tsataan, het nomadische rendiervolk, de trekking in het centrale bergland, de Khangai Nuruu en de kennismaking met de verschillende landschappen en verrassende natuurlijke fenomenen van de Gobi woestijn in het zuiden.
Het programma geeft de grote lijn van de reis weer. Gezien het avontuurlijke karakter van de reis kan het zijn dat door onvoorziene omstandigheden er ter plaatse moet worden afgeweken van het reisprogramma. Wij verwachten daarom een flexibele instelling van onze reizigers. Tijdens de reis met vertrek 9 juli kun je het Nadaam festival meemaken in Ulaan Baatar. We wisselen de rustdag aan het eind van de reis daarvoor in.
Groepsgrootte: 4-12 deelnemers. Bij 8-12 deelnemers inclusief Nederlandse reisleider. Bij 4 t/m 7 deelnemers gaat de reis ook door maar dan zonder Nederlandse reisleider en met € 200,- korting.
Geen details gevonden.
Reisplan
Dag 1 en 2
Amsterdam naar Ulaan Baatar
Vertrek vanuit Amsterdam naar de hoofdstad van Mongolië: Ulaan Baatar. Het is inmiddels uitgegroeid tot een aanzienlijke stad met meer dan een miljoen inwoners. Het is er 6 uur later dan in Nederland. Een belangrijk deel van de bevolking leeft ook binnen de stad nog in de traditionele ronde tenten, de gers. Op het vliegveld worden we opgewacht door onze Mongoolse agent om ons naar het comfortabele hotel te brengen. Dit hotel ligt midden in de stad op loopafstand van het grote centrale plein, het Sukhbatar Sqaire, met een indrukwekkend standbeeld van Chinggis Khan. Voor ons een huiveringwekkende en wrede veroveraar, voor de Mongolen een nationale held. Aan het plein liggen o.a. ook het partementsgebouw en het Nationale Theater, oude en moderne architectuur naast elkaar. We gaan nog een kijkje nemen in het Nationaal Museum van Mongoolse geschiedenis, dichtbij het centrale plein. Wat ik beslist wil aanbevelen is om mee te gaan naar een culturele show van Tumen Ekh. Allerlei soorten kleinkunst worden er aan je vertoond waaronder sommigen ronduit opzienbarend. Het is een mix van allerlei dans, drama, acrobatiek en natuurlijk "keelzang" de dubbeltonige zang, waarin je de weidsheid van de graslanden en steppen hoort doorklinken.Dag 3
Vlucht naar Mörön, kamperen bij duizenden jaren oude "deer stones"
Tijdens de reis met vertrek 9 juli blijven we deze dag in UB om het Nadaam festival mee te maken. We ruilen daarvoor dag 28, rustdag in UB, in. De vlucht naar Mörön duurt ongeveer anderhalf uur. Verschillende landschappen glijden onder je door en je krijgt een eerste indruk van de grootte van dit land. Niet ver van het vliegveld van Mörön maken we kamp vlakbij een verzameling verticaal opgerichte grafstenen. Ze worden genoemd naar de afbeeldingen (herten met geweien) die er ingebeiteld zijn: deer-stones. Deze grafstenen zijn zo'n 3000 jaar oud, dus ruim voordat het boeddhisme zijn intrede deed.Dag 4
Per jeep het startpunt van de 4 daagse trek (via Ulaan Uul)
Gezien de grootte van het land en het feit dat we van noord naar zuid mooie plekken willen laten zien moeten we soms wel een dag in de jeep-bus doorbrengen. We onderbreken de ritten regelmatig om ook een stuk te kunnen wandelen, bijvoorbeeld net na het ontbijt en net voor de lunch. Onderweg komen we door een gevarieerd typisch Mongools landschap met uitgestrekte lege glooiende grasvlaktes. Het is indrukwekkend te zien hoe de jeepsporen uitwaaieren over het land. Vooral de noordelijke hellingen zijn begroeid met bos en hier en daar passeren we een rivier of een meertje. Er is weinig bewoning maar af en toe komen we langs een ger of een groepje gers bij elkaar. Een Ovoo is een typisch Mongools fenomeen: een hoop stenen waaruit stokken steken met blauwe vlaggen. Het zijn heilige plekken, vaak op een pasje of op een kruispunt van wegen, waar je even stopt om respect te tonen door er 3 maal omheen te lopen, wat wodka uit te sproeien en een paar stenen toe te voegen aan de grote hoop. Zo kun je je reis veilig vervolgen, denkt men. Ulaan Uul is een hoofdplaatsje aan het begin van de vallei die leidt naar het gebied van de Tsataan. Het bestaat uit wat houten huisjes, een winkeltje, een benzinepomp waar je nog met een handzwengel de benzine in de tank moet krijgen. Veel mensen lopen nog in traditionele kledij en naast paarden zie je ook veel motorfietsen waarop mensen zich verplaatsen. We zijn hier niet ver van het grote Khövsgöl meer terwijl aan de westkant daarvan de bergen oprijzen tot een hoogte van 3000m. We maken kamp op een mooie plek aan de rivier en wachten daar op de paardenmannen die morgen met ons meegaan op zoek naar de rendiernomaden.Dag 5 t/m 10
Trek van vijf-en-halve dag naar het gebied van de Tsaatan
Zo op de eerste dag van de trekking is het altijd even passen en meten om alles goed op de paarden opgebonden te krijgen. Tenten, keukenspullen, eten en spullen van de deelnemers. Daarom zullen we pas wat later op de ochtend vertrekken. Het is altijd een tikje spannend omdat we nooit precies weten waar de nomaden hun kamp hebben opgeslagen. Er is wel een soort patroon en de plaatsen zijn bij de paardenmannen meestal wel bekend. Dat maakt ook dat we van te voren nooit helemaal precies kunnen zeggen hoe de route verloopt. Hoe dan ook: het landschap is prachtig: bergachtig met bossen afgewisseld met grazige weiden. Hier en daar steken we een beek over waarvoor we bij al te hoge waterstand de waterschoenen aantrekken of zelf op de rug van een paard de overkant bereiken. De nomadische en animistische Tsataan zijn verwant aan de Tuva-stam in het noordelijker in Siberië gelegen gebied. Hun hele cultuur is gebaseerd op hun rendieren. Dat is niet verwonderlijk omdat deze beesten hen het hele jaar voorzien van allerlei producten voor basisbehoeften, zoals melk en zuivelproducten zoals kaas. Rendieren worden ook gebruikt voor transport en om op te rijden. En men jaagt ook. Naarmate de tocht vordert komen we steeds hoger. Soms is het terrein wat drassig, soms komen we bij een meer waar je kunt zwemmen, als het niet te koud is. Soms wijst het pas zich vanzelf en soms moeten we echt even zoeken. De dag dat we de Tsataan ontmoeten lopen we door een mooi weids en open landschap. Vanaf een heuvel zien we een aantal tipi-tenten bij elkaar staan aan de heldere rivier. Het water kan zo als drinkwater dienen. De tipi-tenten zijn dus niet die ronde vilten gers maar echte “indianen” tenten met stokken die er in het midden boven uitsteken. Dat is ook een opening in het dak zodat de rook van het vuur er uit kan. De gids gebaart ons te wachten en gaat even kennis maken met de hoofdman, want alleen als hij het toestaat, mogen we dichtbij komen. En dat mag altijd, mede omdat we kadootjes bij ons hebben als meel, suiker en thee. De rendieren liggen in de buurt van het kamp. De hele volgende dag blijven we in het kamp en we kunnen kennis maken met iedereen die er woont en kijken wat iedereen zo de hele dag bezig houdt. We mogen alles vragen. Het indrukwekkendst is toch wel dat ze in de winter ook af en toe verkassen bij temperaturen van -20 tot -30 graden. Last van de kou? Nee, helemaal niet. De tipi’s kunnen worden verwarmd door een houtkacheltje en er wordt een extra laag huiden om de tent aangebracht. In hun midden is er iemand die binnen zijn familie het vak van sjamaan heeft meegekregen. Hij staat in contact met de goden en heeft verstand van kruiden en hun medicinale werking zodat de rest van de groep zich veilig voelt. Een wonderlijke wereld. Het afscheid is allerhartelijkst en men wenst ons een goede reis verder. De schoenen blijven nog even uit omdat we door de rivier moeten waden. Deze is wel koud, maar toch een mooi begin van de dag. Omdat we op een soort plateau waren kunnen we nu beginnen met afdalen naar de rivier beneden waar de jeeps op ons wachten. Onderweg zien we enige activiteit wat betreft landbouw: veldjes en schuurtjes. Ook het afscheid van de paardenmannen is erg hartelijk. Zij waren onze steun en toeverlaat. Vervolgens beginnen we aan de lange tocht naar het zuiden, naar de Khangai Nuruu, de bergketen in het midden van het land.Dag 11
Rijden richting Mörön en verder.
Op weg naar het zuiden passeren we weer Mörön. We zullen er stoppen om boodschappen te doen, eventueel een mail te versturen of even te bellen. In de middag rijden we verder door heuvels, grazige weiden, bergen. We stoppen op een mooie plek waar we kamp kunnen maken ergens aan een rivier.Dag 12
Rijden naar het Great White Lakes.
We rijden vandaag naar Shine-Ider en verder naar de kromme houten brug over de brede rivier Ider bij Jargalant. We zijn nu vlakbij en ten noorden van het Khangai Nuruu gebergte waarvan de hoogste top de Otgon Tenger tot 4000 meter reikt. Na de veelal animistische sjamanistische stammen zien we langzaam ook meer uitingen van het boeddhisme verschijnen. We rijden over een pas en dalen af in de bosrijke streken van: the Great White Lakes. We kamperen hier aan de oever van één van die meren, het diepblauwe Terkhiin Tsagaan Nuur. Als we tijd hebben gaan we nog een stuk wandelen door het van oorsprong vulkanische landschap: ruige rotspartijen en een kleine krater zijn getuigen van de ontstaansgeschiedenis.Dag 13
Via Tsetserleg naar Erdene Zuu
Via het districts hoofdplaatsje Tsetserleg rijden we nu oostwaarts naar het begin van de volgende vrij eenvoudige trektocht van 4 dagen door het Khangai Nuruu gebergte. We stappen even uit om de diepe kloof van de Chulut river te bekijken en in Tsetserleg kunnen we het museum even bezoeken. Buiten UB is het één van de betere musea. Onderweg zien we de dieren grazen (paarden, schapen, geiten) op de groene weiden in de buurt van de gers. Het is ongeveer 250-300 km rijden over een steeds betere weg naar de voormalige hoofdstad onder Djengiis Khan: Karakorum. Hier bevindt zich het grote klooster Erdene Zuu. Het terrein is ommuurd en er zijn 108 stupa’s in de muren ingebouwd. (108 is een heilig getal in het Tibetaans Boeddhisme). We gaan er een kijkje nemen en zijn verwonderd over de schoonheid van de plek op zo’n grote open vlakte omringd door mooie bergen.Dag 14
Naar de Khangai Nuruu bergen (rijden)
De volgende ochtend rijden we verder naar het kleine maar mooie kloostertje Tövkhön Khiid. Het laatste stuk lopen we er in ongeveer 3,5 uur naar toe en weer terug naar de jeeps. Het klooster is een verzameling gebouwtjes en meditatiegrotten. In de middag bereiken we onze kampeerplaats bij de hot springs. In het grote hoofdgebouw zijn verschillende kleine warmwaterbaden met verschillende temperaturen, waar we een lekker bad kunnen nemen en vooral ook even relaxen. Morgen begint de volgende vrij eenvoudige trektocht van 4 dagen door het Khangai Nuruu gebergte.Dag 15 t/m 18
vier dagen wandelen in het Khangai Nuruu gebergte
De Khangai Nuruu is een gebergte met glooiende hellingen en brede dalen. Dat loopt over het algemeen vrij makkelijk en we kunnen makkelijk mooie ruime kampeerplaatsen vinden. Het is hier ’s avonds en ’s nachts echt heel stil en de sterrenhemel overweldigend. De tocht begint bij Op dag 2 van de trek passeren we de heilige berg Suvarga Khayrkhan. Het is vanuit onze optiek misschien vervelend maar alleen mannen mogen de top van deze berg beklimmen (tussen 2700m en bijna 3200 m) en gezien het lokale geloof moeten we ons hier aan houden. We maken deze tocht in september/oktober dus het kan best vrij fris zijn, vooral ’s nachts. Voordeel daarvan is dat er minder muggen zijn. De twee dagen die volgen is prachtig ontspannen wandelgebied. Hier en daar een of een paar gers. Wat vaak gebeurt is dat er ’s avonds aan het kampvuur gezongen wordt. De gevoelige liederen van de Mongolen met hun warme lage stemmen ontroeren echt. We dalen wat af en stijgen ook weer wat. De bagage wordt door de paarden gedragen en de kok en keukenhulpen zorgen voor het eten en de afwas. De volgende dagen brengen ons door afwisselende landschappen en soms kunnen we het gezelschap zoeken van de gerbewoners . Rond het middaguur komen we bij een brug. Aan de overkant staan de jeeps te wachten om ons verder te vervoeren. Via het stadje Bayankhongor waar we weer inkopen kunnen doen rijden we naar een kampeerplek aan een rivier in een gebied waar het al een stuk droger is dan we gewend zijn.Dag 19 t/m 21
naar Khongorin Els, het zandduingebied in de Gobiwoestijn
Het is dan nog weer een 1000 km rijden naar het hart van de Gobi woestijn. Gelukkig zijn de wegen in dit deel van Mongolië harder, beter, droger. Het land wordt ook vlakker. Er zijn verschillende plaatsen waar we kamp kunnen maken of, wat luxer, in een zgn. gercamp kunnen overnachten. We komen langs het Ongiin-tempelcomplex dat gesticht werd in 1760. In 1937 werd het klooster helemaal verwoest door Tsjoibalsan, de regeringsleider met communistisch gedachtengoed. Na het uiteenvallen van de Sovjet Unie in 1990 is men begonnen met de restauratie en in 2004 was het eerste gebouwtje klaar. Er wonen nu weer een aantal monniken. Het landschap doet denken aan taferelen in het oude testament: een kaal rotsachtig landschap met ruïnes, geiten, herders. We slaan vast ook kamp op in Bayanzag, ook wel Flaming Cliffs genoemd vanwege de knalrode kleur van de loodrecht oprijzende rotswanden. Dit is ook de plek waar veel dinosaurusbotten zijn gevonden. We zien steeds meer woestijnbestendige struiken, de Saxaul met een aangepast wortelsysteem zodat ze zowel oppervlakkig als diep water kunnen aanboren. Deze struiken worden ook aangeplant om verdere verwoestijning te voorkomen. Soms stoppen we in een slaperig woestijndorpje. We zien water pompen, pijpen en bakken waar kamelen en ander vee water krijgt. Misschien zien we ook wel wat wild als gazellen. Uiteindelijk gaan we kamperen bij het grootste gebied zandduinen van Mongolië: de Khongoryn Els (10 x 180 km). Het is een mooie plek op gras maar met een prachtige blik op de zandduinen vooral bij zonsondergang.Dag 22 t/m 25
de Gobiwoestijn, met woestijntrek met kamelen
We beginnen de 4 dagen in dit gebied met een dagwandeling door de zandduinen. Het is werkelijk een streling voor het oog: de mooi gevormde sikkelkammen met het bijbehorende spel van schaduw en licht dat steeds verandert. De lichte zandheuvels steken fel af tegen de blauwe lucht en de donkere bergen op de achtergrond. Adembenemend mooi. De volgende twee en een halve dag lopen we samen met de kamelen door onwerkelijke landschappen alsof je naar exotische schilderijen zit te kijken. We slaan ons kamp op midden tussen de zandduinen. Het is een bijna spirituele ervaring om ’s avond vanaf een duin de zon onder te zien gaan. Zoals op zoveel woestijnplekken zullen de kleuren die na de zonsondergang in de lucht verschijnen je versteld doen staan. Bij het tweede kamp zien we alweer wat meer begroeiing van Saxaulstruiken en als het goed is worden we ook verrast door de aanwezigheid van gerbils, een soort woestijnknaagdiertjes met sterke achterpoten en voorpoten met klauwtjes waarmee ze goed kunnen graven. Grappig om te zien. Dan is het nog een halve dag lopen naar de plek waar onze jeeps al weer staan te wachten. Deze brengen ons naar een mooie plek in een kloof die zo kenmerkend is voor dit deel van de Gobi-woestijn. We zijn hier in het Gurvansaikhan National Park.Dag 26
verkennen van de bijzondere Yolyn Am kloof
Van de kloven in dit gebied is de Yolyn Am de bekendste. Dat komt omdat hier vaak het hele jaar door ijs ligt in dat deel van de canyon waar de zon niet schijnt. Toch is het opmerkelijk omdat je hier in de Gobi woestijn bent waar het ’s zomers toch vrij heet wordt. De Yolyn Am is ook bekend om de gieren die hier nestelen in de rotswanden. Vulture Canyon wordt het ook wel genoemd. Het is een prachtig gezicht om te zien hoe die grote vogels langs de rotsen zweven met hun machtige spanwijdte. Dit gebied met meer dan 200 vogelsoorten is geweldige voor vogelaars. Ook hier zien we fluithazen en gerbils scharrelen op de grond dichtbij hun holletjes. Aan het einde van de dag rijden we naar het vliegveldje van Dalangzadgad. We gaan hier kamperen of we slapen in een hotelletje afhankelijk van de vertrektijd van het vliegtuig morgen.Dag 27
Binnenlandse vlucht Dalandzadgad naar Ulaan Baatar
Meestal vlieg je in de ochtend al terug naar UB. ’s Middags de tijd om bij te komen van alles. Er wacht een douche en een lekker bed, lekker op een terrasje zitten beetje rondkuieren. Mocht om welke reden dan ook de vlucht worden geannuleerd dan hebben we als "escape" nog ruim 2 dagen de tijd om naar UB te rijden. Dat heeft niet onze voorkeur, maar het kan.Dag 28
Ulaan Baatar
Sommigen vinden UB een saaie onooglijke stad, maar daar ben ik het niet mee eens. Er is zoveel te zien als je maar weet waar je moet kijken. Het Gandanklooster is een “must”. Het is het grootste Tibetaans-boeddhistische klooster dat er in Mongolië is en het is ook in functie. In de centrale hal staat het indrukwekkende 26 meter hoge vergulde beeld van Avalokiteshwara. Verder zijn er de vele andere boeddha’s, thanka’s, religieuze boeken en andere kleurrijke symbolen. Dan rijden we naar de rand van de stad waar hoog op een heuvel het Zaisan monument is opgericht. Het stamt uit de Sovjettijd met afbeeldingen van heldhaftige strijdvaardige arbeiders met vlaggen. Vanaf hier heb je een prachtig overzicht over de -inmiddels- miljoenen stad. Aan de rand van de stad ligt ook het winterpaleis van de laatste alleenheerser van Mongolië: de Bogd Khan. Het is mooi om te zien hoe hij en zijn gevolg daar hebben gewoond in de klassieke en met veel kunstvoorwerpen ingerichte kamers. Dan kunnen we nog een museum bezoeken waar veel dinosaurus skeletten staan opgesteld, of het Chojin Lama tempelcomplex, of het Zanabazar Museum of fine arts. Er is ook nog de grote zwarte markt waar alles wordt gekocht en verkocht wat je je maar kunt voorstellen. Tot slot is een bezoek aan de State Department Store de moeite waard om goeie souvenirs te kopen. Dit is allemaal best veel voor op één dag en misschien moeten we een keuze maken.Dag 29
Terugvlucht Ulaan Baatar – Amsterdam
Deze hele dag ben je bezig met terugvliegen naar huis.- vluchten Ulaan Baatar-Mörön en Dalangdzadgad-Ulaan Baatar
- alle luchthaven transfers
- hotelovernachtingen in Ulaan Baatar met ontbijt in tweepersoonskamer
- alle vervoer voor de groep inclusief chauffeur(s)
- Nederlandse reisbegeleider vanaf 7 deelnemers
- entree 3 belangrijke musea in UB en 1 culturele voorstelling
- entreegelden tot alle lokale musea onderweg
– op trek: - permits voor de nationale parken
- gids, kok, tolk, bagagevervoer met paarden, kamelen
- gebruik van tweepersoonstenten en keukenuitrusting
- alle maaltijden tijdens de trek
- 15 kg bagage laten dragen door paard/ kameel
- De overige nachten in tenten, homestay en gers inclusief alle maaltijden en thee of koffie
- Boekingskosten
- bijdrage Calamiteitenfonds
- bijdrage GGTO (Garantiefonds Gespecialiseerde Touroperators)
- Alle entreegelden, excursies en rondleidingen volgens programma.
- Lokale belastingen
- vlucht Amsterdam-Ulaan Baatar (deze vlucht kan via Sunita Reizen geboekt worden)
aanbevolen vluchten | |||
route | vertrek 10 juli | vertrek 9-8-2024 | vertrek 7-9-2024 |
Amsterdam-Frankfurt KLM | 08.25-09.35 | 09.50-11.00 | 08.25-09.35 |
Frankfurt-Ulaan Baatar Mongolian | 14.20-05.10 | 14.20-05.10 | 14.20-05.10 |
Ulaan Baatar-Frankfurt Mongolian | 10.10-12.50 | 10.10-12.50 | 10.10-12.50 |
Frankfurt Amsterdam KLM | 18.30-19.45 | 17.55-19.10 | 18.30-19.45 |
€ 1525 incl. 23 kg bagage | € 1265 incl. 23 kg bagage | € 1240 incl. 23 kg bagage |
- visum Mongolië (tot 31 december 2024 niet nodig)
- toeslag 1-persoons kamer in UB € 195,-
- toeslag éénpersoonstent € 150,–
- wijzigingskosten € 50,–
- vaccinaties
- reis- en annuleringsverzekering
- persoonlijke uitgaven, souvenirs, drankjes en fooien (+/- € 100 per deelnemer)
- Lunches en diners in Ulaan Baatar (± € 70,–)
- vervoer naar en van Schiphol
- Lunch en diner in Ulaanbaatar.